Als eigenaar ontvang je een vergoeding op basis van de nieuwwaarde of heropbouwwaarde van het gebouw (of van het beschadigde deel van het gebouw). Hierbij wordt geen rekening gehouden met eventuele slijtage – tenzij die zeer omvangrijk is.

Voorbeeld

Een storm veroorzaakt schade aan het 20-jarige en normaal onderhouden dak van je woning. Het dak vertoont een reële slijtage van 15%. De herstellingsfactuur bedraagt € 2000. De verzekeringsmaatschappij betaalt € 2000 aan de eigenaar, zonder rekening te houden met de slijtage.

Als er schade is aan de inhoud van je gebouw, betalen de verzekeringsmaatschappijen in het algemeen het bedrag dat nodig is voor de wedersamenstelling van de beschadigde goederen. Bepaalde goederen worden echter vergoed in werkelijke waarde (het oorspronkelijk betaalde bedrag verminderd met een percentage dat overeenstemt met de eventuele slijtage. Dit is vaak het geval voor kledij) of in verkoopwaarde (een bedrag dat overeenstemt met de marktwaarde van het goed op de dag van het schadegeval; vaak gebruikt bij juwelen).