In geval van diefstal moet je kunnen bewijzen dat er bij je is ingebroken. Het volstaat niet om te verklaren dat er voorwerpen verdwenen zijn. Daarom moet je kunnen aantonen dat de gestolen voorwerpen daadwerkelijk van jou waren. Je moet ook de waarde van die voorwerpen op de dag van de diefstal meedelen.

Daarom heb je er alle belang bij om nu al een dossier samen te stellen. Hou een lijst bij van je waardevolle voorwerpen, met vermelding van het merk, het type, de aankoopdatum en de aankoopwaarde en vul die lijst indien nodig aan. Zo vermijd je een pak stress als je een eventuele inbraak moet aangeven bij je verzekeraar. Bewaar dus steeds de aankoopfactuur van waardevolle voorwerpen, het certificaat van waarborg en echtheid, foto’s, een notariële akte met de inventaris van geërfde voorwerpen... Zo kun je steeds het bestaan en de waarde van verdwenen goederen aantonen.

  • Laat de politie een proces-verbaal opstellen en vraag een ontvangstbewijs van de aangifte.
  • Verwittig je verzekeringsonderneming zo snel mogelijk. Bezorg het ontvangstbewijs aan de verzekeraar. Bezorg hem een lijst van de gestolen voorwerpen, met indien mogelijk ook een raming van de waarde en een gedetailleerde beschrijving van de schade aan de woning.
  • Neem alle redelijke maatregelen om een tweede inbraak te vermijden. Vervang bijvoorbeeld het gekraakte slot.
  • Hou alle bewijsstukken i.v.m. de inbraak bij voor je verzekeraar (bv. gekraakt slot, bestekken van dringende herstellingen).