25 jul 2022

Dat de pandemie het gedragspatroon van de Belgen op vlak van gezondheidszorg grondig veranderd heeft, is een waarheid als een koe. Het is dan ook niet te verwonderen dat steeds meer Belgen de gezondheidsverzekeringen belangrijk vinden.

Gezondheidsverzekeringen kunnen afgesloten als particuliere persoon, als zelfstandige of via een collectieve polis bij de werkgever.

Volgens een studie van Assuralia (de beroepsvereniging van de Verzekeringsondernemingen) beschikken 8 op 10 gezinnen in ons land al over een hospitalisatieverzekering en zijn daar zeer tevreden over. Wel nieuw is de opmars van de verzekeringen ambulante zorgen en tandzorg, die een paar jaar geleden nog een zeer bescheiden bereik hadden. 1 Belg op 5 heeft intussen al een tandverzekering en 1 op 7 een verzekering ambulante zorgen. De verzekering ambulante zorgen vindt stilaan zijn weg naar een breder publiek en dit vooral via de werkgevers die ook al een hospitalisatieverzekering aanbieden. Drie op de vier Belgen vinden immers een  verzekering ambulante zorgen ook nuttig.  Ambulante zorgen zijn medische en paramedische zorgen die, los van enige hospitalisatie, meestal buiten het ziekenhuis plaatsvinden. Een verzekering ambulante kosten voorziet bij voorbeeld in vergoedingen voor geneesmiddelen, raadplegingen, soms tandzorg, bril of lenzen, hoorapparaten, kiné, osteopaat, psycholoog, enzovoort.

Werknemers zouden graag hebben dat hun werkgever een dergelijke dekking aanbiedt. Wanneer je hen een keuzelijstje voorlegt met diverse extralegale voordelen die ze vandaag nog niet hebben dan scoren de hospitalisatieverzekering en de verzekering ambulante zorgen erg hoog; hoger dan bedrijfswagen, vergoeding voor internet/elektriciteit of extra vakantiedagen.

Zeker als je weet dat vandaag - na aftrek van sociale zekerheid en verzekeringen- 19% van de 50,8 miljard euro gezondheidsuitgaven (cijfers 2019) ten laste van de patiënt blijft, dus ongeveer 9,5 miljard. 68% hiervan betreft ambulante kosten; omgerekend betekent dit dat er jaarlijks een gemiddelde kost is voor elke Belg van 567 euro per jaar voor ambulante kosten. 14% van de huishoudens geeft toe reeds een medische behandeling uitgesteld te hebben omwille van financiële redenen.

Over welke kostenposten inzake medische behandeling maakt de Belg zich de meeste zorgen?

De top 5:

  • Kosten bij langdurige behandelingen, bv. kanker, Parkinson, dementie
  • Medicijnen die niet worden terugbetaald
  • Kosten van tandimplantaten, kronen en orthodontie
  • Kosten bij zeldzame (chronische) ziektes
  • Meer en duurdere medicijnen bij het ouder worden

Een verzekering gewaarborgd inkomen is geen overbodige luxe

Volgens een studie van De Vlerick-school in samenwerking met La Libre Belgique en De Standaard apprecieert 90% van de werknemer het sterk, mocht de werkgever een verzekering gewaarborgd inkomen aanbieden.

Is een loontrekkende of werknemer enkele dagen, een week tot maximum een maand ziek, dan is er geen probleem. Dan wordt zijn loon gewoon verder betaald. Maar de problemen komen er vanaf de 2e maand en bij langdurige ziektes.

Dan betaalt de wettelijke ziekteverzekering tijdens het eerste jaar een uitkering ten belope van 60% van het brutoloon. Voor velen is dit niet voldoende om de levenstandaard te behouden, temeer omdat er op de berekening van het vervangingsinkomen van 60% een plafond bestaat van om en bij de 45.000 euro brutoloon (60% van 45.000 euro brutoloon = 27.000 euro op jaarbasis). Veel werknemers verdienen meer dan dit plafond en vallen dus bij ziekte of arbeidsongeschiktheid terug op minder dan 60% van hun bruto-inkomen. In vele gevallene betekent dit voor de betere verdieners 40 à 45% van hun bruto-inkomen. Hierdoor geraken er veel in de financiële problemen.

Een verzekering ‘gewaarborgd inkomen’ voor werknemers kan hier de oplossing zijn. Wel dient hieraan toegevoegd te worden dat met deze verzekering niet alle problemen opgelost worden. Deze verzekering biedt geen 100% loonbehoud, maar wel 70 à 80%. Dat is bijna het dubbele van wat sommigen zouden krijgen van de wettelijke ziekteverzekering.

Uiteraard kan ook hier een particulier of een zelfstandige op individuele manier een polis gewaarborgd inkomen af te sluiten.

Wat met een burn-out?

Er is ook een rol weggelegd voor de verzekeraars inzake gezondheidspreventie  zoals tijdens de pre- en post burn-out fase.  Zo bieden sommige verzekeringsmaatschappijen de patiënt een re-integratieprogramma aan. Het gaat hier om een begeleiding ‘op maat’ verstrekt door specialisten. Men is er zich van bewust dat thuis uitzieken niet helpt. En dat mensen zo snel mogelijk weer naar de werkvloer moeten worden geleid om te vermijden dat ze in een vicieuze cirkel terecht komen.

De meeste verzekeringsmaatschappijen verzekeren burn-out. Bij sommigen is het automatisch inbegrepen in de polis gewaarborgd inkomen, anderen vragen een bijpremie. De bijpremie hangt af van hoe gevoelig het personeel is om in een burn-out te belanden. Managers en directieleden vertonen bijvoorbeeld een hoger risico dan arbeiders met een zwaar fysisch beroep.

Toch kunnen er verschillen zijn tussen de maatschappijen?

Zo is er de wachttijd. Is er tussenkomst na 1 maand arbeidsongeschiktheid of is er een langere wachttijd. Tijdens de eerste maand arbeidsongeschiktheid wordt het loon van de werknemer gewoon verder betaald. Na 1 maand ontvangt de werknemer 60% van zijn brutoloon (weliswaar geplafonneerd).

Een ander verschil kan ook bestaan in de duurtijd van de tussenkomsten. Normaal komt een verzekering gewaarborgd inkomen tussen tot op pensioengerechtigde leeftijd, maar ingeval van burn-out is dit in vele gevallen beperkt tot 2 jaar. Sommige maatschappijen verlengen die periode maar schroeven het bedrag van de tussenkomst terug.

Er is een logische verklaring voor de beperking in de tijd. Een burn-out die goed wordt behandeld, duurt vier tot zes maanden. Experten zijn het er immers over eens dat een burn-out hoogstens twee jaar kan duren.

Wil je meer weten over gezondheidsverzekeringen, contacteer dan een verzekeringsmakelaar uit je buurt.

Bron: Assuralia/Nextmove