De wet bepaalt een aantal minimumvoorwaarden die in elke familiale verzekering moeten voorkomen (KB 24 december 1992).

  • Het contract moet de schade waarborgen die je tijdens je privéleven veroorzaakt, i.e. buiten elke beroepsbezigheid. Het contract is enkel geldig voor wat betreft de extracontractuele aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet of slecht uitvoeren van contracten, moet dus niet worden verzekerd.

Voorbeeld

Je huurt een appartement aan zee. Tijdens je verblijf daar beschadigt je hond de sofa. Je bent verantwoordelijk voor de schade, maar de verzekeraar komt niet tussen omdat de schade voortkomt uit de niet-correcte naleving van de huurovereenkomst (huurschade).
  • Het contract komt tussen ten behoeve van de onderschrijver ervan, iedere persoon die bij hem inwoont, de familiale helpers en het huispersoneel. Het is ook geldig voor de mensen die je kinderen of dieren bewaken voor de schade die veroorzaakt wordt door hun bewakingsfouten.

Voorbeeld

De onderschrijver van het contract heeft een paard in eigendom. Als een gehuurd of geleend paard schade veroorzaakt, moet de familiale verzekering tussenkomen. 
In het contract mogen zaken enkel uitgesloten worden als ze genoemd worden in het KB.

  • De polis moet een geïndexeerd minimumbedrag waarborgen (basisindex 1996) van € 17.200.494,36 voor lichamelijke schade en € 619.733,81 voor materiële schade. Voor de materiële schade voorzien de contracten eveneens een geïndexeerde vrijstelling.